Autorisatie begroting 2018

Autorisatie
Bij de begroting 2018 autoriseert de raad het college voor het realiseren van de baten en lasten per programma. Daarnaast wordt het college geautoriseerd voor het investeringsbudget per programma inclusief bijbehorende mutaties over reserves en de instelling van reserves. Het college is daarmee bevoegd uitvoering te geven aan de doelstellingen van het betreffende programma. Voorwaarde daarbij is dat het college bij de besteding van de budgetten binnen de grenzen van de geautoriseerde budgetten blijft. Binnen deze grenzen is het college bevoegd om de wijze van besteding van een programmabudget aan te passen (uiteraard wel met inachtneming van de te bereiken resultaten van het betreffende programma). De raad dient de begroting als geheel vast te stellen. Uiteraard kan de raad daaraan voorafgaand wijzigingen aanbrengen in het voorliggende voorstel. Over deze uitvoering legt het college verantwoording af aan de raad middels de zomernota en de jaarstukken. De presentatie van deze stukken vindt op programmaniveau plaats.

Opzet begroting (leeswijzer):

Programmaplan

Het programmaplan van de gemeente Someren bestaat uit 11 programma's:

01

Bestuur en dienstverlening

02

Openbare orde en veiligheid / Integrale handhaving

03

Verkeer, vervoer en openbare ruimte

04

Economische zaken en toerisme

05

Milieu en water

06

Sport en cultuur

07

Maatschappelijke zorg

08

Jeugd en onderwijs

09

Werk en inkomen

10

Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

11

Algemene dekkingsmiddelen

Bij ieder programma wordt per speerpunt de volgende onderdelen in beeld gebracht:

Wat willen we bereiken?

Hieronder wordt de doelstelling opgenomen.

Wat gaan we hiervoor doen?

Hieronder worden de activiteiten voor 2018 opgenomen.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Hier staat aan welke eisen moet worden voldaan om tot een goed resultaat te komen.

Wie is verantwoordelijk?

Hieronder wordt gemeld wie de bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken zijn.

Beleidsindicatoren

Om meer te sturen op effecten van beleid is in deze in de programmabegroting een basisset van circa 50 beleidsindicatoren opgenomen. Deze basisset is met ingang van het begrotingsjaar 2017 voor alle gemeenten van toepassing (verplicht ingevolge het Besluit Begroting en Verantwoording). De opgenomen gegevens zijn ontleend aan landelijk beschikbare bronnen. Door het opnemen van deze beleidsindicatoren wordt onder andere meer inzicht verkregen in prestaties van de gemeente in vergelijking met andere gemeenten.
De uitkomsten kunnen worden gebruikt om te sturen op gewenste maatschappelijke effecten. Hierbij zijn geen landelijke normen vastgesteld. Het is aan de raad om te bepalen welke prestaties op de verschillende beleidsvelden nagestreefd worden. Daarnaast is er ruimte om, naar eigen behoefte, extra indicatoren toe te voegen.

In eerste instantie is gestart met de voorgeschreven set indicatoren. Naast het opnemen hiervan in de begroting en het jaarverslag worden deze indicatoren van het gemeentelijk domein digitaal beschikbaar gesteld op de website www.waarstaatjegemeente.nl . Hierbij wordt wel vermeld dat sprake is van een groeimodel.

Paragrafen

Doel van de paragrafen is de raad een instrument te geven om de beleidskaders van deze diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren. In dit hoofdstuk zijn de onderstaande paragrafen opgenomen:

1. Weerstandsvermogen

In deze paragraaf geeft de gemeente aan hoe robuust de begroting is wanneer zich een financiële tegenvaller voordoet. Hierin zijn ook de voorgeschreven kengetallen verwerkt zoals deze in het nieuwe Besluit Begroten en Verantwoorden zijn opgenomen.

2. Lokale heffingen

Deze paragraaf geeft een beeld van het beleid op alle heffingen, de inkomsten daaruit en de effecten voor burgers en bedrijven.

3. Verbonden partijen

In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze (beleidsmatig en financieel) de gemeente verbonden is met externe partijen om bepaalde beleidsdoelen te verwezenlijken.

4. Onderhoud kapitaalgoederen

Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van het beleid en het beheer en onderhoud van de verschillende kapitaalgoederen (wegen, riolering, gebouwen en dergelijke).

5. Bedrijfsvoering

Deze paragraaf beschrijft de stand van zaken en beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Het college maakt met deze beschrijving inzichtelijk dat er doelmatig, doeltreffend en klantgericht wordt gewerkt aan de uitvoering van de programma’s.

6. Financiering

Deze paragraaf geeft weer hoe de treasuryfunctie van de gemeente is ingericht.

7. Grondbeleid

Deze paragraaf geeft de visie aan op het grondbeleid in relatie tot de uitvoering van
de programmadoelen, bijvoorbeeld op het gebied van volkshuisvesting en economische ontwikkelingen.

8. Sociaal domein

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingen op het terrein van Jeugd, Wmo en Werk & Inkomen (Participatiewet).